Het was verbazend dat in het nieuws zoveel ophef werd gemaakt over een rechtszaak bij de rechtbank in Utrecht. Daarin werd de gemeente in het gelijk gesteld. Een uitkeringsgerechtigde Participatiewet had jaren lang verzwegen dat haar moeder de boodschappen voor haar deed. De gemeente vorderde de waarde van die boodschappen terug. Want de uitkeringsgerechtigde had moeten melden dat ze van haar moeder gratis boodschappen kreeg. Dit is verbazend omdat dit soort beslissingen van gemeentes eigenlijk zo gewoon is. Ook bij de gemeentes hier in de buurt. Die maken het soms nog gortiger door een gehele bijstandsuitkering terug te vorderen omdat de bijstandsgerechtigde iets niet aan hen heeft opgegeven. Dus niet alleen het naast de uitkering genoten voordeel, maar de hele uitkering. Dit dan omdat de gemeente niet meer kan vaststellen wat de waarde van het genoten voordeel is. De rechters vinden echter, dat een gemeentes een niet al te groot voordeel best zelf op waarde mogen schatten. En dan de terugvordering mogen beperken tot de waarde van dat voordeel. Dat scheelt een hoop geld.

Naar aanleiding van de ophef over de rechtszaak in Utrecht gaat de staatssecretaris mogelijk iets doen aan de hardheid in de Participatiewet. Dat is goed nieuws. Want gemeentes vorderen te hard en te grof geld terug van uitkeringsgerechtigden. Die hebben per definitie niet zoveel geld dat ze een hoge terugvordering makkelijk kunnen terugbetalen. Er moet meer ruimte komen voor coulance. Tot nu toe maakte het niet uit of de uitkeringsgerechtigde met opzet dan wel onbewust iets had verzwegen. Laat dat maar eens belangrijk worden. Een gemeente kan dan coulant zijn tegen iemand die gratis boodschappen van haar moeder krijgt, en die nooit het idee had dat ze dat aan de gemeente had moeten melden. En die toch al tot haar nek in hoge vaste lasten zit. Wat te denken van voedsel halen bij de Voedselbank ? Gemeentes doen daar gelukkig niet moeilijk over. Strikt genomen kunnen ze de waarde van het voedsel in mindering brengen op de uitkering. Gelukkig gebeurt dat niet. En is er wat dit betreft oog voor de menselijke maat.

Als er iets ontdekt wordt dat een uitkeringsgerechtigde eigenlijk had moeten melden, kun je als gemeente ook waarschuwen. En je kunt er ook van afzien om van iemand die nauwelijks geld heeft een bedrag terug te vorderen, maar bovendien nog een boete op te leggen. Zo’n boete wordt veel teveel standaard opgelegd. Zonder erover na te denken of de uitkeringsgerechtigde die boete verdiend heeft. Bijvoorbeeld door met opzet en welbewust inkomsten te verzwijgen. Nu wordt alles over één kam geschoren in een nogal draconisch beleid.

En dat draconische beleid blijft nog heel lang naklinken. Een uitkeringsgerechtigde heeft jarenlang naar beste kunnen afgelost op een terugvordering vanwege iets wat hij lang geleden verzweeg tegenover de gemeente. Hij vraagt kwijtschelding van het restant van de terugvordering. Zo’n kwijtscheldingsverzoek wordt door de gemeentes weer op een keiharde manier beoordeeld. En doorgaans afgewezen als het gaat om een schuld die is ontstaan doordat de uitkeringsgerechtigde een financieel voordeel verzweeg. Of dat nu welbewust gebeurde of zonder het besef dat hij of zij iets verkeerd deed. Iedere uitkeringsgerechtigde wordt als fraudeur neergezet en draagt dat etiket nog jaren lang met zich mee. Dit is nog niet de hardheid die in de Toeslagenaffaire aan het licht kwam. Maar het komt er wel in de buurt.

Hebt u een probleem met de gemeente over uw uitkering, of een ander juridisch probleem ? Vanwege de coronamaatregelen ligt ons inloopspreekuur stil. Maar u kunt ons bellen of mailen. Dan doen wij ons best het op te lossen.

Mr. Sjoerd Visser, advocaat