Voor veel ouders een nachtmerrie: een gedwongen uithuisplaatsing van hun kinderen. Voor een aantal andere ouders helaas een feit. Er zijn weinig zaken die zo beladen zijn als een uithuisplaatsing. Als een of meer instanties zorgen hebben over een minderjarige, kan dit in sommige gevallen leiden tot een ondertoezichtstelling (OTS). De minderjarige blijft dan gewoon thuis, maar een gezinsvoogd ondersteunt het gezin en de minderjarige en houdt toezicht. In onze regio is dat vaak iemand van Jeugdbescherming Noord, het Leger des Heils of de William Schrikker Stichting. Dit zijn gecertificeerde instellingen (GI’s).  In enkele gevallen is een OTS niet genoeg. Er wordt dan door de gecertificeerde instelling of de Raad voor de Kinderbescherming een verzoek tot uithuisplaatsing ingediend. Dat betekent dat de kinderen worden ondergebracht in een pleeggezin, een netwerkpleeggezin (bijvoorbeeld een oom of tante) of een instelling.

Een GI of de Raad mag een kind niet zomaar uit huis plaatsen. De rechter moet daar toestemming voor verlenen. Soms kan zo’n beslissing niet worden afwachten. Dat vindt er eerst een spoeduithuisplaatsing plaats. Ook daar is de rechter voor nodig. De beslissing of een kind wel of niet uithuisgeplaatst mag worden wordt tijdens een zitting besproken. Deze zittingen gaan, ondanks de coronamaatregelen, gewoon door. Als u het niet eens bent met de uithuisplaatsing dan is het van groot belang om deze zitting bij te wonen. Een aantal tips voordat u naar deze zitting gaat:

  • Schakel een advocaat in die u tijdens de zitting bijstaat en indien nodig de rechtbank vooraf van schriftelijke stukken voorziet.
  • Indien van toepassing: zorg dat u inzichtelijk kunt maken dat u een beroep kunt doen op een netwerk. Niet alleen familie, maar het liefst ook professionals. Als er voldoende hulp is in het vrijwillige kader, kan een uithuisplaatsing een brug te ver zijn.
  • Verzamel documenten die aannames uit het uithuisplaatsingsverzoek kunnen weerleggen.
  • Vraag tijdens de zitting om een kortere duur van de uithuisplaatsing, als er toch een uithuisplaatsing moet komen. Meestal wordt standaard om een termijn gelijk aan de duur van de OTS gevraagd, want in de praktijk vaak neerkomt op een jaar. De hoofdregel is echter dat toegewerkt moet worden aan terugplaatsing van de kinderen bij de ouders. Dit kan soms ook binnen een aantal weken of maanden onderzocht worden.

Indien u vragen hebt over jeugdrecht of andere rechtsgebieden, neem dan gerust contact met ons op. U kunt een e-mail met een verzoek om informatie sturen naar info@advovisser.nl. Vanwege de coronamaatregelen hebben wij voorlopig helaas geen inloopspreekuur.

J. Scholtens

advocaat